Wat verandert er in 2017 voor huurders en woningzoekenden?

bron: Woonbond

Net als voorgaande jaren veranderen er op 1 januari 2017 wetten en regels die betrekking hebben op de woningmarkt. De wijzigingen maken de complexe wet- en regelgeving in het nieuwe jaar eenvoudiger voor huurders. Ook gaan huurders en woningzoekenden er in sommige gevallen financieel iets op vooruit. Zo gaat de huurtoeslag omhoog en de basishuur omlaag. Wat er precies wijzigt? Dat lees je hieronder.

Huurtoeslag en inkomensgrens gaan omhoog

Huishoudens die huurtoeslag ontvangen, krijgen in 2017 maandelijks zo’n 10 euro meer dan dit jaar. Daarnaast wordt de inkomensgrens verhoogd met zo’n 100 tot 150 euro op jaarbasis. Hierdoor hebben meer huurders recht op huurtoeslag.

In het nieuwe jaar krijgen alleenstaanden met een inkomen tot 22.200 euro een maandelijkse toeslag. Voor meerpersoonshuishoudens onder de AOW-leeftijd ligt de inkomensgrens 30.150 euro. Meerpersoonshuishoudens die boven de AOW-leeftijd komen, mogen maximaal 30.175 euro verdienen. Om aanspraak te maken op de huurtoeslag, mogen huurders ook in het nieuwe jaar niet meer dan 25.000 euro spaargeld per persoon hebben.

Basishuur gaat omlaag

De basishuur, ook wel de eigen bijdrage genoemd, gaat omlaag. Dat is goed nieuws voor huurders, want de afgelopen jaren is de basishuur juist gestegen. De basishuur is het huurbedrag dat iedere toeslagontvanger minimaal zelf moet betalen. Dit bedrag wordt vastgesteld op basis van de huurprijs van een woning en het inkomen van de huurder. De basishuur is dus voor iedere huurder anders.

Ouderenhuishouden makkelijker te herkennen

Voor stellen die boven de AOW-leeftijd zijn, wordt de huurtoeslag anders berekend. De regels hiervoor zijn in het nieuwe jaar een stuk simpeler. Bereikt één van de twee partners in 2017 de AOW-leeftijd, dan is het voor de huurtoeslag een ouderenhuishouden. De leeftijd op 1 januari 2017 geldt hierbij voor het hele jaar.

Was in 2016 één van de twee partners nog niet boven de AOW-leeftijdsgrens, dan werd er alleen gekeken naar de leeftijd van degene die meer dan de helft van het inkomen verdiende. Daarnaast was er soms midden in het jaar een herberekening van het voorschotbedrag nodig als iemand de AOW-leeftijd bereikte.

Grensbedrag wordt verhoogd

Iedereen met een sociale huurwoning betaalt altijd een deel van de huur zelf; de basishuur. Over het bedrag boven de basishuur ontvangt iedere huurder huurtoeslag. Hoeveel huurtoeslag een huurder krijgt, wordt berekend door te kijken naar de hoogte van de huur. De overheid heeft hiervoor bepaalde grenzen gesteld. Over het bedrag boven de basishuur, ontvangt een huurder 100% vergoeding door huurtoeslag, tot de kwaliteitskortingsgrens. Over het bedrag dat boven de kwaliteitskortingsgrens ligt, wordt nog maar een deel van de huur vergoed door de huurtoeslag. Voor 2017 is de kwaliteitskortingsgrens vastgesteld op 414,02 euro. Ook voor deze vergoeding is een grens gesteld: de aftoppingsgrens. De huur tussen de kwaliteitskortingsgrens en de aftoppingsgrens, wordt vergoed tot 65% door de huurtoeslag. Huur boven de aftoppingsgrens wordt slechts voor 40% vergoed, tot de huurtoeslaggrens van 710,68.

Voor eenpersoonshuishoudens en tweepersoonshuishoudens geldt een lagere aftoppingsgrens dan voor huishoudens van meer dan twee personen. De lage aftoppingsgrens wordt 592,55, de hoge is vastgesteld op 635,05. De huurtoeslaggrens blijft 710,68 euro.

Nog maar één inkomensafhankelijke huurverhoging

Iedere huurder krijgt in juli te maken met de jaarlijkse huurverhoging. Met welk percentage de huur in 2017 maximaal stijgt, is nog niet vastgesteld. Dit percentage wordt bepaald door de overheid. De huurverhoging is per huishouden verschillend en is afhankelijk van het inkomen.

Huishoudens met een midden en hoog inkomen die wel een sociale huurwoning hebben, krijgen sinds 2013 een extra huurverhoging. Deze extra verhoging moet ervoor zorgen dat ‘scheefwonen’ minder aantrekkelijk is. In 2016 betaalden huurders 2,6% of 4,6% extra huur. Vanaf 2017 is er nog maar één inkomensafhankelijke huurverhoging. Het jaarinkomen is hiervoor vastgesteld op 40.394 euro. Hoe hoog de inkomensafhankelijke huurverhoging precies is, is nog niet bekend.

De extra inkomensafhankelijke huurverhoging geldt niet voor ouderenhuishoudens of voor huishoudens van minimaal vier personen. Voor hen geldt alleen de gewone huurverhoging.

Toewijzing van huurwoningen

Een woningcorporatie moet bij het toewijzen van woningen rekening houden met een groot aantal wetten en regels. De meeste wetten en regels blijven in het nieuwe jaar gelijk. Zo blijft de liberalisatiegrens in 2017 op 710,68 euro per maand (dit is ook het maximum huurbedrag waarop huurtoeslag kan worden aangevraagd). Wel wijzigen een aantal inkomensgrenzen.

Met een inkomensgrens wordt bepaald op welk soort woning een huurder recht heeft. Woningcorporaties zijn in het nieuwe jaar verplicht om 80% van hun vrijgekomen woningen toe te wijzen aan huurders met een jaarinkomen onder 36.165 euro. Huishoudens met een jaarinkomen tussen 36.165 euro en 40.349 euro mogen aanspraak maken op 10% van de vrijgekomen sociale huurwoningen. De overige 10% van de sociale woningen kunnen woningcorporaties toewijzen zonder rekening te houden met het inkomen van de huurder.

Ook de regels rondom het passend toewijzen veranderen niet. Huishoudens die recht hebben op huurtoeslag, mogen niet worden belast met hoge huurprijzen. Woningcorporaties zijn verplicht om 95% van hun huurwoningen te verhuren met een huurprijs onder de aftoppingsgrens.

Gerelateerd nieuws

Lees ook